Schakelen in het gesprek
Gesprekken kunnen vastlopen. Je praat bijvoorbeeld langs elkaar heen, het gesprek hapert of stokt, er ontstaat een vervelende sfeer, of het worden ‘welles-nietes’ gesprekken. Een manier om uit zo’n impasse te komen, is om het gesprek op vier verschillende communicatieniveaus te bekijken en vervolgens vanuit het juiste niveau het gesprek weer op te pakken.
Vier communicatieniveaus
Tijdens het voeren van gesprekken met anderen en/of medewerkers spelen de volgende vier communicatieniveaus voortdurend een rol: Inhoud, Proces, Interactie, Emotie.
Inhoud: waarover gaat het gesprek?
De inhoud wordt bepaald door het onderwerp. Waar gaat het gesprek over?
Proces: hoe gaan we het bespreken, wat zijn de spelregels?
Op dit niveau worden de spelregels bepaald. Bij het procesniveau gaat het om de vorm van het gesprek. Hoe gaan we het bespreken? Waar gaan we het bespreken? Welke afspraken zijn er gemaakt? Hoeveel tijd is er voor het gesprek uitgetrokken? Hoe worden besluiten genomen?
Interactie: hoe gaan we met elkaar om?
Op dit niveau wordt, vaak impliciet, afgesproken hoe we met elkaar omgaan. Hoe reageer ik op de ander en de ander op mij? Hoe wil ik met de ander omgaan (formeel, informeel, in samenwerking of er tegenin) en hoe voel ik me behandeld door de ander? Hoe is de sfeer? Krijgt iedereen de kans om iets te zeggen? Nemen we elkaar serieus?
Emotie: welke gevoelens spelen een rol?
Op dit niveau manifesteren zich de emoties bij jezelf en/of de ander. Emoties die kunnen optreden, zijn: boosheid, angst, blijdschap, bedroefdheid en alle afgeleiden daarvan.
Waardoor loopt het gesprek vast?
In de praktijk komt het voor dat we het inhoudelijk niet eens worden, omdat er niet is afgesproken hoe we de punten behandelen. Of je kunt jouw mening niet goed geven, omdat je steeds in de rede wordt gevallen. Het kan ook zijn dat je boos wordt of dichtklapt.
Hoe breng je een gesprek weer op gang?
De vier communicatieniveaus beïnvloeden elkaar dus. We komen ze in feite in elke conversatie tegen. Alleen zijn we ons er meestal niet van bewust. Gebruikmakend van de verschillende communicatieniveaus, kun je een gesprek dus sturen. Wanneer we de vier communicatieniveaus (bewust) gebruiken, spreken we van schakelen. Dit is het overstappen van het ene niveau naar het andere. Hier maak je gebruik van als blijkt dat je op het ene niveau niet verder komt omdat een ander niveau een blokkade opwerpt.
Sturingsmechanismen
Je kunt dus door middel van de vier communicatieniveaus een gesprek richting geven. Hieronder tref je per niveau een aantal stappen aan.
Inhoud: Waarover gaat het gesprek? Je gaat door op het onderwerp, stelt vragen, ordent en toetst.
Proces: Hoe gaan we de inhoud bespreken? Je stelt een agenda voor, maak afspraken over rollen, wie doet wat, geef een volgorde aan, spreek een tijd af.
Interactie: Hoe gaan we met elkaar om? Je gaat als het ware ‘boven het gesprek hangen’ en beschrijft wat er gebeurt. Hoe gedragen wij ons? Hoe reageren we op elkaar? Wat heeft dat voor effect?
Emotie: Welke gevoelens spelen een rol? Je benoemt het gevoel dat je bespeurt bij jezelf en bij de ander. Met andere woorden: reflecteer.